De komende weken kan ik het woord appearance echt niet meer horen. Dit blok was héél leerzaam maar tegelijkertijd héél erg druk.
Leuke werkcolleges (A.1.) met Simone Ruig, Maud v.d. Wiel en Dorianne Vervoort als waarin we mensen moesten fotograferen en over dat type een moodboard moesten maken, beelden uitzoeken en analyseren en presenteren over modebeelden uit de jaren 50 tot en met de jaren 90. Dit blok was heel divers want we hebben niet alleen veel over mode geleerd (o.a. de fieldtrip naar Antwerpen) maar ook veel over eventorganisatie, M&O (R.1. en R.2.) en marketing. ‘Van alles wat’ is een goede omschrijving voor dit blok. Daarom was het af en toe even verwarrend omdat alles een beetje door elkaar liep.
Althans, het begon allemaal heel overzichtelijk eigenlijk. Ik met mijn chaotische kop werd projectleider. Nou, laten we dat eens proberen dacht ik, toen wat mensen me naar voren riepen. Ik ben echt iemand die alles op het laatste moment doet als ik iets alleen moet doen en vind het zelf vaak moeilijk om alles op een rijtje te hebben, maar in groepsverband probeer ik hier vaak toch mijn best voor te doen.
Daarom begon ik de eerste bespreking ook met goede moed en was van plan echt mijn best te gaan doen. Ik was enthousiast en heb duidelijk afspraken gemaakt met mijn projectgroep. De opstart is prima gegaan en ik was erg gemotiveerd. Ik had iedereen gemaild met een mooi overzicht van afspraken en taken en vond het fijn ook die duidelijkheid en het overzicht zelf te hebben.
De weken daarna waren ontzettend druk met iedere week wel weer een deadline. De ene keer voor de presentatie van de 10 beste ideeën, toen weer de haalbaarheidsanalyses, een essay en ook nog een concept verzinnen voor de DDD. Gelukkig was de taakverdeling goed verdeeld en wist iedereen iedere keer wel wat zijn taak was, maar omdat er zo veel te doen was, was er vaak wel een stressvolle sfeer. Er was veel te doen en we zaten vaak tot laat op school.
Naarmate het event dichterbij kwam werd het af en toe een beetje een sleur en voelde ik mij niet altijd geroepen iedereen weer bij elkaar te rapen. Als er afspraken gemaakt moesten worden deed ik dat wel, maar als we een beetje bij elkaar aan het hangen waren en halverwege een opdracht waren zakte veel mensen in en doordat het energielevel daalde vond ik het moeilijk om mezelf op te peppen en het voortouw te nemen.
Dat is de valkuil voor mij, dat ik vaak gedemotiveerd wordt als de rest ook een beetje aan het inzakken is, terwijl de projectleider juist de rest moet oppeppen, want als ik niet gemotiveerd ben zullen mijn projectleden dat ook niet worden.
Wat voor mij wel een ontzettende fijne ondersteuning vond waren de lessen M&O en eventorganisatie omdat je in deze lessen vaak eerst een stuk theorie kreeg, en hiermee meteen met je projectgroep aan de slag mocht in de les. Zo zat de stof nog fris in je geheugen, kon je het meteen toepassen en nog vragen stellen.
Een ander voordeel was dat een aantal vergadering in het lesrooster ingepland waren. Zo namen we er echt de tijd voor, konden we goede afspraken maken en zo kreeg je ook meteen feedback van Remco over hoe de vergadering verliep.
Mijn visie op kwaliteit van leven is dit leerarrangement niet sterk veranderd maar een ding is me wel heel duidelijk geworden. Be different, be yourself. Dat is een zin die op de shirtjes staat die je kon kopen bij een van de stands op the Appearance Experience.
Tijdens A.1. leerden we veel over verschillende designers. Wat mij opviel is dat zij allemaal totaal niet doorsnee waren en allemaal een heel aparte stijl hadden.
Zelf ben ik ook wel zo maar heb ik soms wel eens het idee dat anderen me raar vinden en dat ik misschien maar beter wat normaler gekleed kan gaan.
Maar als ik naar die designers kijk en naar bijvoorbeeld mensen die statements maken als Lady Gaga en Katy Perry, zij maken/dragen allemaal extravagante kleding en hebben het juist gemaakt omdat zij opvielen!
Ik wil me minder aan gaan trekken van anderen en me niet ongemakkelijk voelen als ik een keer iets bijzonders aan heb of aan wil trekken. Ik moet gewoon dragen wat ik leuk vind, en ik wil hier ook creatiever in worden.
Ik zeur al jaren dat mijn moeder me moet leren naaien, maar binnenkort is het dan echt zo ver. Mijn moeder heeft een nieuwe naaimachine gekocht en ik heb een boekje over hoe je allerlei verschillende moet maken.
Dan kan ik mijn eigen originele kleding maken en als ik beter wordt ook wat bijzonderdere kleding gaan dragen. Het lijkt me leuk om mensen te choqueren met wat ik draag. Dat is immers wat veel stijliconen ook doen en zij zijn niet voor niets stijliconen.
Als ik dus wat meer ‘schijt ga hebben’ aan wat anderen van mij vinden en wat meer aandacht besteden aan assertiviteit en positiviteit.
Oordelen doe ik zelf steeds minder, maar de wereld om mij heen blijft het maar doen. Hopelijk zal dat ook ooit veranderen.
Bij de Appearance-lessen heb ik ook veel geleerd over verschillende designers, hun werkwijze en hun geschiedenis. Er waren een aantal filmpjes, ontzettend interessant omdat we een kijkje achter de schermen hadden bij het maken van een collectie voor een fashionshow.
Ook leerden we veel over de trends tussen de jaren 50 en de jaren 90 en moesten hier een stukje over presenteren. Het is erg grappig dat je ziet dat de stijlen terugkomen. Vaak was er een achterliggende gedachte voor een trend toentertijd maar nu komen deze trends gewoon terug zonder de beweegredenen van vroeger. Het is leuk dat je ook herkent dat deze trends gewoon telkens weer terugkomen, en als je goed kijkt je ze dus ook kunt zien aankomen en voorspellen!
De Fieldtrip in Antwerpen was ontzettend leuk opgezet. Ik heb echt wat geleerd die dag over Antwerpen als modestad en ga er graag nog een keer naar toe.
Het museum vond ik erg mooi, en de expositie van al die prachtige hoeden van Stephen Jones! Ik werd helemaal enthousiast en ik zag heel veel hoeden die kans mochten maken een keer op mijn hoofd te zitten. Van bloemetjes tot veren en zelfs van dode dieren! Sommige hoeden waren simpel maar mooi, anderen extravagant en enorm. Achter ieder hoedje zat een verhaal en dat was erg leuk om aan te horen.
Maar het leukste gedeelte van de dag vond ik toch echt de rondleiding. Ik heb zo veel geleerd over plekken waar bekende ontwerpers hun winkels en/of ateliers hadden gevestigd. De hot spots en verborgen modeplekjes van Antwerpen leren kennen, leuke tweedehandswinkeltjes gespot en genoten van het Belgische accent.
De gids was ook erg vrolijk en enthousiast over wat ze vertelde waardoor ik het ook extra leuk vond om naar haar te luisteren. (weer dezelfde les; wie enthousiast is, maakt anderen enthousiast J)
De gastcolleges dit blok waren erg leerzaam omdat er interactie was tussen gast en student. Tijdens het gastcollege van Simone de Waart was het erg interessant over de vele onderzoeken met nieuwe stoffen te horen. Dat ze allerlei nieuwe technieken gebruiken tegenwoordig met veel ongebruikelijke materialen heeft zelfs een link met wetenschap. Wat ik met de interactie bedoel is dat we ook de stoffen mochten voelen en dat vond ik echt heel erg leuk. Het inspireerde mij om ook eens voor wat gewaagdere stoffen te gaan i.p.v. altijd katoen, wol en viscose, en ik wilde hier graag meer van weten.
Het gastcollege van Mariëlle Willems kwam als geroepen! Een dag voor the Appearance Experience kregen we te horen hoe we mensen het beste naar onze stand konden lokken (hospitality/gastvrijheid) Niet door middel van verkooppraatjes, maar door mensen echt persoonlijk aan te spreken.
Dat door middel van open vragen te stellen zodat ze geen nee tegen ons aanbod konden zeggen.
Dit hebben we ook zeker toegepast bij ons event ‘From Outside In’.
Ik vroeg de bijvoorbeeld de mannen: ‘ Ben jij een echte man?’, waar ze natuurlijk geen nee op wilden zeggen. Langzaam aan stroomden steeds meer mannen binnen en omdat ze anderen voor zagen gaan gaven ook zij toe en genoten van een heerlijke behandeling.